Villa Het Hoogeland is een voormalige buitenplaats die oorspronkelijk dateert uit 1825-1827, maar daarna in verschillende perioden ingrijpend werd verbouwd. Zo werd het pand in 1834 uitgebreid met twee zijvleugels. In 1918 volgde een ingrijpende verbouwing, waarbij de vensterindeling werd gewijzigd. In 1932 werd het gebouw met een verdieping verhoogd. Al met al is er dus sprake van drie bouwfases. In de huidige situatie laat zich de fasering mede aflezen aan de vensters en de kozijnen – deze geschiedenis heeft duidelijk een bouwhistorische waarde. Het is door deze geschiedenis niet mogelijk om het pand ‘terug te brengen’ in de ‘oorspronkelijke staat’. Vanuit monumentenzorg werd eerder aanbevolen om voor de nieuwe ingrepen uit te gaan van de situatie in 1932. Deze aanbeveling had niet zozeer betrekking op het feit dat de bouwfase uit 1932 nog grotendeels aanwezig is, maar was vooral erop gebaseerd dat het totaal van alle voorgaande bouwfases, met deze laatste uit 1932, nog herkenbaar zijn. In de villa zijn nu verschillende bedrijven met een kantoorfunctie gevestigd (zie: www.hethoogelandutrecht.nl/) en in de centrale hal zijn wisselende kunstexposities te zien.
Het NIBE heeft in 2011 samen met twee monumentenzorgers van de gemeente Utrecht het pand bezocht en een DuMo-advies opgesteld. In het advies werd veel aandacht besteed aan de mogelijkheden om het warmteverlies via de vensters te beperken met behoud van de waarden van de verschillende types, afkomstig uit verschillende perioden. De eigenaar zocht bovendien naar oplossingen om een betere ventilatie in de verschillende ruimten te realiseren. Gekozen werd voor een decentraal gebalanceerd ventilatiesysteem met warmte-terug-winning waarbij de verse lucht wordt toegevoerd via roosters in de gevels en langs de radiatoren wordt geleid. Veel aandacht ging uit naar de uitwerking van de ventilatiestrook in de gevels: de nodige ventilatieopeningen zijn nu opgenomen in een (reversibel uitgevoerde) aanvulling van de onderdorpel. Hiervan werd eerst een ‘proefdorpel’ gerealiseerd, zodat de plaatselijke monumentenzorgers zich een beeld konden vormen hoe deze oplossing daadwerkelijk zou uitzien. Een ander proef was gericht op het compartimenteren van het gebouw: De grote centrale hal, met daarin het trappenhuis en gangen is geen verblijfsruimte en zou mogelijk als aangrenzende onverwarmde ruimte (AOR) kunnen fungeren. De hal wordt dan niet meer verwarmd en de warmteverliezen via de enkele beglazing blijven beperkt. Voorwaarde is wel dat de deuren van de verblijfsruimten in de winter gesloten worden en dat de gebruikers een lagere temperatuur in de hal, op de trap en in de gangen accepteren. Dit bleek tijdens de proef niet het geval. Er is daarom toch ervoor gekozen om de ramen in de centrale hal te voorzien van achterzetramen.
Toegepaste duurzaamheidsmaatregelen
- Vervangen beglazing door dun isolerend dubbel glas in de kantoorruimten
- Achterzetramen in de centrale hal
- Verbeteren kier- en naaddichting
- Ventilatie: gebalanceerde ventilatie met decentrale warmterugwinning en opwarming verse lucht door deze langs radiatoren te leiden
- Pv-panelen op het dak
- Energiezuinig verlichtingsconcept
- Dakisolatie
DuMo-score:
De DuMo-score van dit project, van voor de ingrepen is: 211,2. De Mo-coëfficiënt van dit project, van voor de ingrepen is: 1,2. De Du-score van dit project, van voor de ingrepen is: 176.
De DuMo-score van dit project na de uitgevoerde ingrepen en maatregelen is: 297,6. De Mo-coëfficiënt van dit project na de uitgevoerde ingrepen en maatregelen is: 1,2. De DU-score van dit project na de uitgevoerde ingrepen en maatregelen is: 248.
De DuMo-score van dit project, van voor de ingrepen is: 211,2. De Mo-coëfficiënt van dit project, van voor de ingrepen is: 1,2. De Du-score van dit project, van voor de ingrepen is: 176.