Het DuMo-rekenmodel brengt de duurzaamheid in combinatie met de monumentale waarde van project in kaart. Op de Mo-prestatiekaart staan de Mo-coëfficiënten van al de door het NIBE onderzocht Monumenten. Op de foto’s van de monumenten kunt u klikken om naar het specifieke monument te gaan.
Voor meer informatie over de projecten kunt u klikken op de foto’s van de projecten.
- De groene pijlen geven aan wat de Mo-coëfficiënt was voordat het project begon (onder) tot welke Mo-coëfficiënt bereikt wordt na uitvoering van de ingrepen.
- De blauwe pijlen geven de potentiële stijging aan voor gebouwen, waarvoor de geadviseerde ingrepen (nog) niet zijn uitgevoerd. De pijl begint bij de Mo-coëfficiënt in de huidige situatie en eindigt bij de potentieel haalbare Mo-coëfficiënt, die gehaald zou worden als alle adviezen worden uitgevoerd.
- De oranje pijlen naar beneden geven aan dat de Mo-coëfficiënt van een project voor de verbouwing hoger was dan na de verbouwing. Dit komt bijvoorbeeld voor bij gebouwen die een nieuwe functie krijgen, maar waarbij na de herbestemming niet het hele gebouw in gebruik wordt genomen. Leegstand en gedeeltelijke leegstand tellen namelijk negatief mee in het rekenmodel.
- Een groene ster geeft aan dat er alleen een Mo-coëfficiënt bekend is voor de situatie na uitvoering van de ingrepen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij gebouwen die na een periode van leegstand weer in gebruik worden genomen.
- De hexagoon geeft aan dat het project zowel voor als na de ingreep de zelfde score bereikt.
De Mo-coëfficiënt (monumentale waarde-coëfficiënt) van de projecten wordt beoordeeld met behulp van een puntensysteem dat ten grondslag ligt aan de Mo-werkbladen. De Mo-werkbladen worden ingevuld door een monumentdeskundige. De monumentendeskundig moet hiervoor een opname van het gebouw maken, ieder onderdeel van het gebouw wordt bekeken op zijn aanraakbaarheid. De Aanraakbaarheid wordt in vier categorieën onderverdeeld van ‘af-blijven, onaanraakbaar’ tot ‘hier zijn mogelijkheden’ . De methode werd door het NIBE en Bureau Monumentenzorg i.s.m. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (voormalig RdMZ en RACM) ontwikkeld in het kader van ons gemeenschappelijk onderzoek ‘Duurzame Monumentenzorg’. Vanuit het NIBE kunnen de betrokken monumentdeskundige begeleidt worden bij het bepalen van de Mo-coëfficiënt.
Wilt u meer informatie over de achterliggende theorie, klik dan op de hier.